woensdag 24 september 2014

De BDST

Volgens mij wordt het tijd voor een kleine ingreep. Mijn vorige blogje veroorzaakte nogal wat ophef. Ik geloof dat een aantal mensen echt het plan had om een inzamelingsactie te starten om mij naar een psycholoog te laten gaan. Vond ik eigenlijk best wel schattig. Maar geloof me, niet nodig hoor...

Veel erger vond ik het dat ik sommige mensen inspiratie had gegeven had gegeven voor een nieuwe bijnaam voor mij. Plotseling hoorde ik dat mijn altijd complimenteuze en stimulerende fietsgenoten over de BDST spraken toen ze het over mij hadden. Zo van: 'waar blijft die BDST?' toen ik tijdens 100 kilometer Boogie's Extreme door de Limburgse heuvels ietwat achterop raakte. Ja, u raadt het al: BDST: blauwe, dikke, slome trut. Blauw omdat mijn lievelingswielrenshirt blauw is en dik en sloom... Dat kun je wel raden.... Dat kan ik toch niet over mijn kant laten gaan! Er is er maar één die mij een dikke, slome trut mag noemen en dat ben ik zelf!

de BDST in actie op de Fromberg


















Het wordt dus hoog tijd om wat recht te zetten. Stiekem ben ik namelijk eigenlijk best wel trots hoor, op mijn fietsprestaties. Ik vind het heerlijk om er over te schrijven en opscheppen is ook leuk. Die bewonderende en ongelovige blikken als ik achteloos vertel dat ik afgelopen weekend 140 kilometer gefietst heb. Die verbazing op de gezichten als ik uit de losse pols de bergen opsom die ik opgefietst heb. Niets heerlijker dan de Eyserbosweg opfietsen (min of meer) terwijl er mannen om je heen afstappen, behalve dan misschien daar uitgebreid verslag van doen als je eenmaal boven bent aangekomen. En ik ben altijd heel eerlijk hoor, ik vertel altijd dat ik zo langzaam fiets dat mijn Garmin denkt dat ik stil sta. Of dat ik alleen maar de mietjeskant van de Mont Ventoux heb gedaan. 

Echt genoten heb ik een paar weken geleden op de Posbank. Na het fietsen zat ik op het terras bovenop en er kwam een groepje mannen bij mij aan tafel zitten. Ze waren aan het trainen voor de Franse Alpen. Alpe d'Huez, Croix de Fer, Galibier. Elkaar een beetje opjutten en bang maken, zoals alleen mannen dat kunnen. Ik kon me niet inhouden en liet achteloos vallen dat als ik 2x de Galibier op kan fietsen op 1 dag, dat zij dat toch zeker moesten kunnen ;-). Die blikken! Onbetaalbaar! Toen er nog een ietwat gezette man aansloot, die welgeteld 1 keer de Posbank was opgefietst, maar eruit zag alsof hij 2 etappes van de Tour de France had gedaan en mij verbaasd vroeg of ik ook naar boven was gefietst, kon mijn dag niet meer stuk.
Kortom, ik voel me meestal geen BDST. Ik geniet van mijn eigen prestaties en ben meestal zelf nog verbaasder over wat ik blijk te kunnen dan mijn omgeving dat is. Dus geen zorgen hoor, over mijn psychische gesteldheid. Ik red me best. Zo'n tocht op de Stelvio zet me wel weer even op mijn plaats, maar gelukkig is er dan een 100 kilometer Boogies Extreme waar ik weer over op mag scheppen. En dat ik dan BDST wordt genoemd... Ach. Blauw? Dik? Sloom? Trut? Nou en, wel een BDST die geniet van alles wat ze wel kan! En dat vind ik zelf ook best veel hoor! Dus laat die psycholoog nog maar even zitten!



vrijdag 5 september 2014

Stelvio: been there, done that???

Na mijn luiervakantie op Kos ben ik toch maar weer serieus aan de slag gegaan met trainen. Ik had niet de illusie dat ik werkelijk 5 kilo lichter en topfit op het plein van Bormio in Italie zou verschijnen, om die Stelvio eens te gaan opvreten, maar ik dacht in ieder geval wat aan mijn zelfvertrouwen te kunnen doen. Dit jaar zou ik niet misselijk en ziek van angst aan de start staan!

Het lukte aardig. Zie mijn Strava-ritjes. Vol zelfvertouwen 'back on track', redelijke tijden op de Posbank. Ach, die Stelvio kwam ik heus wel op hoor. En ook nog wel sneller dan vorig jaar.

Ik heb het best een tijdje volgehouden. Zelfs nadat we met de auto de Stelvio op én af waren gegaan, stond ik nog met een goed gevoel op de bijeenkomst van Stelvio for Life. Been there, done that... Ook de grappig bedoelde, maar zeer angstaanjagende waarschuwingen van de organisatie over de zwaarte van de Stelvio deden me niks. Inderdaad: been there, done that... Collega-fietsers die voor de eerste keer meededen zag ik steeds witter wegtrekken. Waarschuwingen over 'stukken 14%', de laatste twee helse kilometers, de kou, de donkere tunneltjes, zand en grind op de weg. Ik kon me zó goed voorstellen dat je daar bloednerveus van wordt. Maar hé: ik niet. Ik ben een ervaren fietster. Stelvio? Been there, done that!

's Avonds werk ik nog maar een pastaatje naar binnen. Wijntje erbij. Je moet ook genieten tenslotte. Tenminste, dat roept iedereen de hele tijd: "niet vergeten te genieten hoor!" Dus dat advies neem ik graag ter harte, het komt het snel inslapen ook ten goede.

Maar dan is het middernacht. Ik word wakker en voel het direct, de overbekende knoop in mijn maag. Ja hoor, been there, done that too. Shit! Ik moet de Stelvio op. Kan ik dat wel? Nee, natuurlijk niet. Ik ben te dik, te dom, te onvoorbereid. Ik kom niet eens aan die stijging van 14% toe, laat staan die laatste twee helse kilometers. Ik sta compleet voor schut voor mijn sponsors en alle andere deelnemers. Als ik niet gewoon het ravijn infiets of onder een bus terecht kom.
Vergeten is mijn bravoure. Vergeten ben ik dat ik ook gewoon twee keer de Galibier op kon fietsen, Alpe d'Huez, Sarenne. Ik weet alleen nog maar dat ik een domme, slome, stijve, dikke trut ben die nog niet eens 20 kilometer in het Hollandse platteland kan fietsen. Laat staan 20 kilometer tegen de hoogste bergpas van Europa....

En dus sta ik gewoon weer misselijk en ziek van angst aan de start van Stelvio for Life.


Been there, done that...

Geen twijfel hoor, ik ga natuurlijk wel. Ik kom er vast over heen. Ik kan en mag nu niet opgeven. Denk aan waar Stelvio for Life ook weer voor staat. Mensen helpen in hun strijd tegen kanker. Dat is pas eng en zwaar. Dan kan ik, nee moet ik, met mijn gezonde lichaam die berg opfietsen.

Ergens registreer ik een startschot. Fietsen komen in beweging, lopers gaan me voorbij. Hoe zet ik mijn Garmin ook al weer aan? Iemand schijnt me succes te hebben gewenst. Tot twee keer toe. Sorry, ik vind je echt wel aardig, maar ik was even met mijn gedachten ergens anders.
Het duurt vier kilometer, maar dan zie ik plotseling weer waarom dit leuk is. Waarom het gaaf is om een berg op te fietsen. Hoe prachtig de omgeving is, wat een kick dat geeft. IK KAN DIT!!!


Plotseling kan ik weer genieten. Rij ik soepel die 14% weg. Vloek ik de laatste twee helse kilometers weg. En kom ik natuurlijk boven. Drijfnat, koud en gesloopt, maar ik heb het weer geflikt! Ik sta weer op de top van de Stelvio! Met dank aan de steun van mijn naast mij fietsende echtgenoot ('als je nog binnen 3 uur wil finishen, moet je wel wat harder gaan fietsen') en de onzichtbare dwang van mijn sponsors.


Ik heb mijn zelfvertrouwen weer terug en rij uiteindelijk toch nog een PR: zo snel en goed heb ik nog nooit gedaald. 's Avonds bij de afterparty wordt bekend gemaakt dat er ruim €275.000 bij elkaar is gefietst en gelopen. Daar deden we het voor. Zorgen dat kanker een chronische ziekte wordt en geen ziekte waar je aan dood gaat. We deden het voor onze vaders, moeders, kinderen, buurvouwen, collega's, vrienden. Iedereen kent wel iemand, soms dichtbij, soms verder weg. Hun strijd is niets vergeleken met mijn angsten en gezeur. Dus daarom stond ik daar toch weer op het plein in Bormio.

Maar nu doe ik het echt nooooooooit meer!

woensdag 13 augustus 2014

Alle bergen die ik deze vakantie NIET opfietste...

En? Welke bergen heb je deze vakantie nu weer bedwongen, vroegen collega's aan me, op mijn eerste werkdag na de vakantie. Nou eh, geen eentje... Maar je was toch op Kos? Fietseiland bij uitstek? En je hebt niet gefietst? Nee, ik heb bijna drie weken lang geen fiets aangeraakt!

Terwijl ik heerlijk lag te luieren op mijn strandbedje, kwamen de foto's op Facebook voorbij. Trotse vrienden op de Mont Ventoux, op de top van de Stelvio. Ritjes op Strava: de Gavia, Gorges de la Nesque. Pfffft, ik verschoof het bandje van mijn bikini nog maar een keertje, om witte strepen te voorkomen. Want dat was dit jaar het hoogste doel van de vakantie: geen hoge bergen bedwingen, maar die rare witte bovenbenen net zo bruin laten worden als mijn onderbenen. Dus ik kon helemaal niet eens een fietsbroek aan!

Weer eens een ander uitzicht, dan hoge bergtoppen...












Nou, dat doel heb ik bereikt. Helemaal egaal bruin (behalve mijn bikini uiteraard, het was geen nudistencamping), dus ik zie er straks beeldig uit op de top van de Stelvio. Ik denk dat ik mijn witte outfit maar aantrek, steekt zo lekker af. Alhoewel... Ik loop wel een risico. Want na deze vakantie ben ik toch ook wel een beetje bang dat mensen zich straks afvragen wie toch dat bruine mens met die dikke kont op die racefiets is, die probeert de Stelvio op te fietsen... Als ik die top überhaupt haal...

Drie weken te weinig beweging en drie weken te veel fetakaas en wijn is niet goed voor je conditie. Is ook niet goed voor je gewicht. En dus niet echt bevorderlijk voor een topprestatie als het bedwingen van de Stelvio. Dus misschien heb ik nu toch wel een beetje spijt. Maar ja, het was niet mijn schuld. Het was die serveerster op de eerste dag, die bij de lunch ongevraagd mijn glas voor de tweede keer bijvulde, met wijn uiteraard. Toen ze mijn verschrikte gezicht zag, zei ze: don't worry, you're on holiday. Ja dacht ik, daar heeft ze gelijk in. Doe nog maar een glas! En dat heb ik de hele vakantie maar gewoon volgehouden!

Maar ja, nu zit ik dus met de gebakken peren. Want over 18 dagen moet ik nog steeds de Stelvio op. Vol goede moed begon ik vanochtend weer aan mijn trainingsrondje. En ik kan je vertellen: daar kreeg ik geen vertrouwen van. Na 5 kilometer voelde ik iedere spier in mijn lichaam. Na 10 kilometer steken in mijn zij. Na 15 kilometer leek het iets beter te gaan, maar na 35 kilometer dacht ik dat ik toch echt maar beter gewoon naar huis kon gaan. Even mijn wonden likken en een plan de campagne opstellen.  

Nog 18 dagen. Het is nog niet te laat. Kan ik me ergens aanmelden voor een trainingskamp voor te zware fietsters die te hoge doelen hebben gesteld? Misschien dat ik dan nog boven kom, op zaterdag 30 augustus op de Passo dello Stelvio...


maandag 30 juni 2014

Why, tell me why...

Over afzien, trots, maaaantraos en praaaachtige waotervalle, zweet, plezier, en taxibusjes in de Franse Alpen!

Ons, inmiddels wel traditionele, jaarlijkse fietstripje naar de Franse Alpen ligt weer achter ons. Witte strepen op de armen en benen, een stijf lijf en zware vermoeidheid herinneren ons nog aan drie dagen buffelen op de beroemde en minder beroemde cols. Letterlijk hoge toppen en diepe dalen, maar achteraf overheerst de trots.

We begonnen ons fietsuitje traditiegetrouw met een recordpoging op Alpe d'Huez.Ondanks het mooie weer waren de omstandigheden zwaar, veel wind en misschien was het zelfs wel een beetje te warm. Onderweg probeerde ik me te focussen op mijn vantevoren bedachte mantra: 'be stronger than your excuses' maar uiteindelijk drong tot me door dat er eigenlijk maar één mantra passend is op die berg: 'why tell me why!' Why? Tell me why? Waarom doe ik mezelf dit ook weer aan?

Eenmaal boven bleek ik er toch in geslaagd mijn tijd te verbeteren, maar dat was dan ook niet zo heel moeilijk... Het blijft bijzonder dat iedereen in Nederland Alpe d'Huez kent, terwijl dit toch echt de lelijkste berg is waar je op kunt fietsen in die regio! Ik heb die 21 bochten dan ook wel gezien nu. Ik kan oprecht zeggen dat ik hem opgeFIETSt heb (zonder lopen dus en in een tijd die ook niet zóóó slecht is), dus wat mij betreft: afvinken die Alp!



Veel mooier dan de Alpe d'Huez is de Col de Sarenne. Het is nog even doorbijten na de finish, maar als je een kilometer of tien doorfietst en het lelijkste skioord wat je kunt bedenken achter je hebt gelaten, rij je een prachtig schilderij in. Alleen beetje jammer dat ze hier niet gewoon de boel asfalteren... Afdalingen zijn al uitdaging genoeg van zichzelf, daar heb ik geen weggeslagen wegdek voor nodig! Gelukkig maken de vergezichten een boel goed en benoem ik de afdaling van Col de Sarenne de mooiste die ik ooit heb gedaan!






Dat was dag 1... Dag 2 beloofde een dag met meer uitdaging te worden. De route van de Marmotte zou het worden voor de mannen, maar dat vond ik toch een beetje teveel uitdaging. In een vlaag van zelfoverschatting had ik bedacht dat de dames wel de Galibier op zouden kunnen fietsen via de Col de Lautaret (ja, de mietjeskant) dan aan de andere kant naar beneden en dan vanaf Valloire weer naar boven. Nou, dan hebben we het niet over de mietjeskant hoor! Dan hebben we het over 40 kilometer klimmen tegen gemiddeld een procentje of 7 en 2400 hoogtemeters. En 2x afdalen natuurlijk. Niet te vergeten.

Net als vorig jaar blijkt de Lauteret een prima opwarmertje te zijn. Wat een fantastisch weer, wat een schitterende omgeving. Ook hier weer praaachtige waotervalle overal. Op de Galibier vergaat het lachen snel. De hoogte speelt me, net als vorig jaar, parten, dus hijgend als een oud paard worstel ik me een weg naar boven. De laatste kilometers blijken minder zwaar dan vorig jaar, maar eenmaal boven slaat de twijfel toch toe. Naar Valloire of toch maar terug naar La Grave? Even bijkomen en mezelf tot de orde roepen: grenzen verleggen moet je! Niet zeuren, nu heb je gedaan wat je al kon, we gaan een stapje verder! Be stronger than your excuses! Dus: grote blad erop en door de sneeuw naar beneden. Naar Valloire wel te verstaan!


In Valloire praten we ons onder het genot van een lunch moed in. De mannen komen van de andere kant en gaan ook omhoog, maar die moeten daarna nog de Alpe d'Huez op. Dan mogen wij toch niet zeuren: 'alleen nog maar de Galibier'....... Vol goede moed gaan we van start. Wie zei er eigenlijk dat het begin van de Galibier het makkelijke stuk was? Het is bloedje heet, de zweetdruppels stromen van onder mijn helm over mijn gezicht. Ik zie gewoon 9 en 10 % op mijn Garmin. Hoezo makkelijk? Achter me hoor ik Marieke roepen: "het eerste beste terras is voor ons hoor" en daar ben ik het volkomen mee eens. Dit was toch wel het slechtste plan ever. Twee keer de Galibier op, op één dag? Why tell me why...

Eindelijk op een terras aangekomen, kijken we elkaar wezenloos aan. Marieke doet een poging om een taxi te regelen. Dat lukt wel, maar onze fietsen mogen niet mee. Zullen we ze dan laten staan en morgen ophalen? We overwegen het serieus, maar besluiten met de moed der wanhoop toch maar weer op te stappen. Op naar het volgende terras... Al fietsende (of kruipende, wat je wilt) stellen we een bedrijfsplan op voor een taxibusjesbedrijf op de Galibier. Dat moet toch winstgevend zijn, we zijn toch niet de enige wanhopige fietsers?


Zo bereiken we kilometerpaal 9. En het volgende terras. En kilometerpaal 6. We beginnen te hallucineren. Mooie gespierde mannen op de fiets. Die ook afstappen. En die we nooit meer terug zien. Een groepje Britten met ongeveer hetzelfde tempo (of slakkegang) als wij. Die doen de Marmotte. Nou, die gaan ze niet uitrijden... Dan: een taxibusje! Met ruimte voor twee fietsen! Vraag me niet waar ik het vandaan haal, maar als Marieke haar arm omhoog steekt, zeg ik: "Nee, nu fietsen we hem uit!". En het busje rijdt door...

Nog 3 kilometer, we zien weer sneeuw. Het wordt later en later. Hmmm, straks zijn de mannen eerder terug dan wij... Nog 2 kilometer. Ik begin me zowaar te verheugen op de afdaling. De laatste kilometer! Samen met de Britten verzamelen we ons laatste restje kracht en... we fietsen naar de top. YESSSS! We dit it!!!! Twee keer de Galibier!!! Dit was definitely not de mietjeskant!!! Eén van de Britten zegt: "Take that damned picture and let's get the hell out of here". Lijkt me een uitstekend plan! Vergezeld door vele marmotten en over een bijna uitgestorven Galibier banen we ons een weg naar beneden. Naar een warme douche en een zwaar verdiend biertje!

De mannen strompelen om kwart over negen het hotel binnen. Het is ze gelukt, de Marmotte! Maar of ze er van genieten???

De laatste dag heb ik een wens: graag een tralala bergje met een lekker terras op de top. Het wordt La Berarde, 30 kilometer, mooi weer, lekker rustig aan. Maar ja, ik had het kunnen weten. Tralala bergjes bestaan niet. De omgeving is prachtig, maar waarom moet het nu ook weer 14% zijn? Helaas, het was teveel. We besluiten te gaan voor een heerlijke afsluitende lunch in Venosc, halverwege de berg.



De laaste fietskilometers gaan naar beneden. We rijden nog één keer naar Lance (Armstrong), op het parkeerterrein onderaan de Alpe d'Huez (blijkbaar mag zijn beeltenis daar nog wel prijken) en nemen afscheid van de Franse Alpen. Volgend jaar gaan we iets anders doen! Oh ja? We zullen zien! La Grave: here we come again?!?! Ooit krijg ik toch wel antwoord op de vraag: why tell me why wil ik twee keer de Galibier omfietsen???

 

vrijdag 13 juni 2014

Clichés

Ik ben gek op clichés. Hoe meer cliché hoe beter. Want hoe meer cliché hoe beter het cliché klopt. Misschien ligt het aan mijn opvoeding, want mijn oma had de allermooiste clichés van de wereld, die ze volgens mij zelf had verzonnen. Maar ze waren zo briljant dat ik ze mezelf ook tegen mijn dochter hoor zeggen. "Je kan toch wel dansen, al dans je niet met de bruid." Of: "heb je de hik dan groeit je hartje." Of wat denk je van: "van een mooie tafel kun je niet eten."

In het dagelijkse leven probeer ik de clichés uiteraard te vermijden, maar op de fiets is dat een heel ander verhaal! Clichés helpen mij een berg op, sporen me aan nog iets harder te trappen, sleuren me door het dode punt heen en dwingen me om niet op te geven. Kijk maar naar de titel van dit blog: hoe cliché kun je het maken. Maar erger is nog dat ik deze uitspraak ook heel graag en vaak gebruik, als ik half dood bovenop een heuveltje aankom: it never gets easier...

Inmiddels is het zinnetje "ik heb al zo ver moeten kruipen, het laatste stuk zal ook wel gaan" uit Oceaan van Racoon natuurlijk ook vréééselijk uitgemolken, maar dat maakt het voor mij niet minder mooi, ik gebruik het dan ook nog steeds zo ongeveer ieder ritje. Nog zo'n leuke is: "deze meter komt nooit meer terug". Vrij vertaald naar de zin die iedere moeder leert tijdens haar zwangerschap als voorbereiding op de bevalling: "deze wee komt nooit meer terug". Dat brengt mij bij andere clichés uit de bevallingshoek: "de pijn ben je zo weer vergeten" en "je krijgt er zoveel moois voor terug".  Deze gebruik ik schaamteloos tijdens een lijdensweg op één of andere berg, want ik wéét dat ze waar zijn. Eenmaal boven besluit je gewoon nog een keer die berg op te fietsen (viel best mee toch) en barst ik in een dramatisch snikken uit als ik het mooie uitzicht zie...

Om een bruikbaar cliche op de fiets te hebben, moet zo'n zinnetje wel een beetje lekker lopen. "A journey of a thousand miles begins with one small step" vind ik prachtig, maar op de één of andere manier zit dat niet lekker in mijn hoofd tijdens het fietsen. Misschien komt dat door die thousand miles, dat me dat geen optimistisch gevoel geeft over de nog af te leggen afstand, ofzo. Er moet ook een beetje dramatiek inzitten. Iets met lijden en verlossing hoort erbij. "What doesn't kill you makes you stronger". Probleem is alleen dat ik terwijl ik op de fiets zit, nooit zeker weet dat die berg mij niet kills...

Volgende week vertrekken wij weer voor een paar dagen Franse Alpen en ik ben zó goed voorbereid. Bijna 2000 trainingskilometers in de benen dit voorjaar, hartslagzones en omslagpunt in mijn brein opgeslagen, bergverzetje gemonteerd, fiets glimt als een spiegeltje, nieuwe broek aangeschaft. Kortom, dat kan niet verkeerd gaan. Ik mis alleen nog een goed cliché, wat mij die bergen op gaat helpen. Ik weet wel waar het over moet gaan. Er moet iets in zitten met no excuses. Inmiddels ben ik bijna een ervaren wielrenster (hmmm...) en met zoveel kilometers in de benen kom je niet meer weg met daalangst, niet kunnen drinken op de fiets, piepende ademhaling of wat voor excuus dan ook. Dit jaar moet ik presteren, niet afstappen, niet rusten, niet klagen. En ik weet dat ik het kan, en dat het enige wat mij in de weg zit excuusjes zijn.

Dus welk cliché gaat mij de Alpe d'Huez op helpen? Ik vond een leuke op internet: "No whining, no quitting, no excuses," maar die vind ik niet dramatisch genoeg. Wat meer emotie moet er in zitten. Ik heb hem gevonden:
 
Bocht 21: even schoenen losser maken? Nee, be stronger than your excuses! Bocht 16: even plassen bij het restaurantje? Be stronger than your excuses! Bocht 11: even stoppen om gedag te zeggen bij Chalet Ribot? No! Be stronger than excuses! Bocht 9: even water halen? BE STRONGER THAN YOUR EXCUSES! Bocht 3: even laatste slok voor de zwaarste kilometers? Nee, nee, nee! Be stronger than your excuses!!!

Heerlijk zo'n cliché, ik weet het zeker:1.39.16!

maandag 26 mei 2014

Rare vogels

Na ruim 2 jaar op de fiets kan ik zeggen dat fietsen niet alleen goed is voor de conditie, maar dat het ook heel nuttig is voor je 'kennis van de natuur.' Op de fiets krijg je veel meer mee van de flora en fauna die ons land te bieden heeft. Vooral met de fauna vermaak ik me prima op de fiets. Al peddelend langs weilanden zie ik koeien, die je met hun lodderige ogen verbaasd nakijken. Veel schapen met hun schattige lammetjes, waardoor het water je in de mond loopt. Laatst fietste ik op de Posbank zelfs door een kudde wilde paarden door, wat ik trouwens best een beetje eng vond...  Verder kom je onderweg heel veel vliegen, muggen, bijen en wespen tegen. Maar daar geniet ik toch echt minder van, want die hebben de neiging om in je mond of nog erger, onder je helm te vliegen. Ook minder leuk zijn loslopende honden, zeker als ze je blaffend achterna rennen. Wat dan wel weer goed is voor je gemiddelde snelheid van dat ritje...

Wat mij pas echt opvalt tijdens het fietsen zijn de vele verschillende soorten vogels die je tegenkomt. Vroeger kon ik nog geen mus van een eend onderscheiden, maar nu ben ik een echte vogelkenner. Fazanten, zwanen, Canadese gansen, aalscholvers, meeuwen hebben mijn pad de afgelopen weken gekruist, en op de fiets heb ik tijd om me te verbazen over hun gedrag. Waarom lopen fazanten recht  op mijn wielen af in plaats van dat ze heel hard weg rennen? Waarom staan zwanen midden op de Lekdijk, zodat ik er eigenlijk niet langs durf? Gansen maken hun faam waar en zijn het allerdomst, die zitten overal op. Voor aalscholvers moet je echt uitkijken, want die schijten je helemaal onder als je niet uitkijkt...

Maar de meest rare vogels die ik ben tegengekomen op mijn ritjes, zijn toch wel mijn mannelijke mede-wielrenners... Dan heb ik het niet over de mannen in een groepje of pelotonnetje. Die flitsen me meestal voorbij, hoewel een enkeling nog wel eens roept of ik in hun wiel wil (wat denk je zelf?). Nee, ik heb het over de mannelijke wielrenners die net als ik alleen fietsen. Die met een veel te dure fiets hun bierbuik denken goed te maken. Meestal in het tenue van een profploeg, wat ik ook al een beetje zielig vind, alsof ze denken er daardoor professioneler uit te zien...

Deze mannen halen me me vaak met een noodvaart in om vervolgens een meter of 20 voor me compleet stil te vallen en daar te blijven hangen. Laatst, op een Nederlands 'bergje' kwam er weer eentje voorbij sjezen om vervolgens bijna stil te gaan staan. 'Ik vond het wel zo sportief om even op je te wachten,' was zijn excuus! Ja hoor! Of die veel te zware man op de Lekdijk die mij op een vlak stukje voorbij raasde en voor me bleef fietsen. Iedere keer als de weg iets omhoog ging, haalde ik hem in, waarna hij mij weer moest inhalen. Aan het einde van de Lekdijk haalde ik hem voorgoed in. Ik kon het niet laten om met mijn allerliefste glimlach 'hoooooooi' te roepen. En in gedachten er achteraan: 'je bent gebitcht!' (= ingehaald door een vrouw). Maar dat is nog lang niet zo irritant als die man die naast me bleef fietsen en allerlei, uiteraard ongevraagde, adviezen ging geven. 'Je trapt wel een hele zware versnelling hè?' En in een afdalinkje: 'Niet remmen hoor, je moet kijijijijijken waar je heen wilt!' Grrrrrrr. Welke voorzienigheid zorgde ervoor dat deze wijze heer een lekke band kreeg??? Het spreekt voor zich dat ik hem veel succes wenste en zo hard ik kon weg fietste...

Wat is dat toch? Wat roept een niet zo ervaren wielrenster op bij deze mannen, die overduidelijk zelf ook niet in de top  meefietsen? Een soort opluchting dat er nóg slechtere fietsers zijn? Of bang dat ze zelfs minder snel fietsen dan een VROUW!? Heren, ik zit niet te wachten op jullie advies! Bewaar je energie om me niet alleen in te halen, maar om ook heel ver voor me te blijven, zodat ik niet in die zweetwalm hoef te blijven hangen....

vrijdag 16 mei 2014

Bestaan er ook knappe wielrenners?

Tot ik op een rare dag die ingeving kreeg -"ik ga de Alpe d'Huez opfietsen"- interesseerde wielrennen me helemaal niks. Ik begreep werkelijk niet hoe mensen (lees: mijn eigen man) urenlang voor de televisie konden hangen om een stel van die enge dunne mannetjes een berg te zien opfietsen. Oke, de Tour de France was best leuk door die mooie beelden, maar ik had al net zo weinig met Frankrijk als met fietsen. De enige wielrenner die ik bij naam kende was Michael Boogerd en Joop Zoetemelk zei me ook nog wel wat, maar daar hield het toch wel mee op. Maar het kan verkeren!

Ik verdiep me in de etappes van de Giro en de Tour de France. Weet op welk merk fiets de ploegen rijden, ken de stijgingspercentages van de bergen die het peleton op moet en herken de termen die Mart Smeets en Maarten Ducrot gebruiken. Ja hoor, waaier rijden, demarreren, vals plat, ik snap het allemaal! Ik roep: 'prachtig!'als Kittel half dood over de finish komt en huiver bij 'massale valpartijen'.

Inmiddels ken ik ook heel wat renners bij naam en weet ik in welke ploeg ze rijden. Maar het belangrijkste: ik weet nu ook dat niet alle wielrenners enge dunne mannetjes zijn met kippeborstjes en armpjes als spaghetti.

Want ik heb Fabian Cancellara ontdekt.

Net zoals bijna alle andere vrouwen die wel eens op een racefiets zitten en die niet lesbisch zijn. Vele lofzangen op zijn dijbenen zijn er te vinden, zijn mooie bruine ogen..... Wat een gemis als hij stopt! Ik weet het (en al die andere vrouwen ook), er zijn echt wel knappere mannen te vinden, maar ja, in het landen der blinden is één oog koning, ofzoiets. Dus daarom kwijlen we allemaal als een stelletje verliefde tieners als Fabian Parijs Roubaix wint.

Wielrennen werkt anders dan bijvoorbeeld voetballen. Waar sommige voetballers een soort popsterren met bijbehorend hip en gelikt uiterlijk zijn geworden (David Beckham, Rafael van der Vaart, Christiano Ronaldo) en daarom in postervorm boven het bed van tienermeisjes hangen, geldt dat niet voor wielrennen. Met alle respect voor de prestaties van Bauke Mollema of Robert Geesink, ik hoef ze niet boven mijn bed. En hoewel ik daar als 40plusser vast geen verstand meer van heb, denk ik dat de meeste tienermeisjes daar ook zo over denken.

Maar!!! De ontdekking van dit wielerseizoen voor mij persoonlijk is niet dat ik harder kan fietsen dan 25 km per uur gemiddeld, maar dat er nog meer leuke wielrenners bestaan! Na afloop van de Amstel Gold Race (niet mijn 'eigen race', maar 'de echte') zag ik een interview met Tom du Moulin.

Tom du Moulin!
Hij kan praten, hij is spontaan, ziet er goed uit, heeft geen kippeborstje en geen spaghettiarmpjes, heeft geen mediatraining gehad. Ja! Ze bestaan echt: leuke wielrenners.

Er is echter één maar...
Fabian Cancellara is 33 jaar. Zonder direct voor 'cougar' uitgescholden te worden mag je hardop zeggen dat dat een leuke man is. Een poster boven je bed hangen gaat wat ver, maar het is maatschappelijk geaccepteerd om hem als volwassen vrouw een mooie man te noemen en ongegeneerd te juichen als hij wint.

Maar Tom is 23 jaar.
Als je de 40 bent gepasseerd wordt het een beetje zielig om een stiekeme crush op een wielrenner van 23 te hebben. Om hardop te zeggen dat je de Tour gaat kijken om Tom of nog maar eens wat Limburgse bergjes op te fietsen in de hoop dat je Tom tegen het lijf fietst tijdens zijn trainingsrondjes... Dus daar heb ik een oplossing voor gevonden. Want ik heb een dochter. In de tienerleeftijd. Het wordt tijd dat zij posters boven haar bed gaat hangen, niet zijnde Justin Bieber of Harry Styles. En zij zit ook weleens op een racefiets. Dus: wie geeft Sascha een poster van Tom du Moulin?



vrijdag 21 maart 2014

Enge dromen van enge bergen...

Ik denk dat het tijd wordt dat ik hier eens wat ga opbiechten.

Als je meerdere van mijn verhaaltjes hebt gelezen zou je misschien kunnen denken dat ik een stoer wijf ben. Zo'n echt 'van de paden op en de lanen in-type'. Niet bang voor een flinke regenbui of een straffe wind. Draait d'r hand niet om voor een paar extra kilometer tegen de wind in fietsen. Ligt niet wakker van 150 kilometer Limburgs heuvellandschap of een Franse Alp.

Nou ben ik ook geen fijn poppetje. Ik kan wel tegen een stootje. Mijn benen worden niet voor niks al sinds mijn 2e jaar 'stalpoten' genoemd. Ik ben van het type "Hollands Welvaren", ben zelden ziek en ga niet zomaar opzij. Maar een stoer wijf??? Nou nee...

Degenen die vaker met mij fietsen weten het inmiddels. Standaard procedure. Nieuwe fietstocht voor de boeg? Dat betekent de nacht ervoor slecht slapen. Voor vertrek nog wat extra bezoekjes aan de wc. Hartslag al in diep in het rood voordat ik überhaupt op de fiets zit. En de nachtmerries... Gaan we de bergen in dan droom ik dat ik in een afdaling val en onder de vangrail (die zijn er soms in Frankrijk) door schuif en in het ravijn stort met fiets en al. Gaan we in het bos fietsen dan droom ik dat er een tak tussen mijn spaken komt en ik over de kop vlieg en mijn nek breek. Fietsen we langs weilanden? Dan droom ik dat ik wegglij over een koeienvlaai op de weg en val, uitgerekend op het moment dat er een tractor langskomt die dan over mij heen rijdt en mijn hoofd plet. Bergopwaarts slinger ik over de weg en ik moet stoppen want ik krijg de pedalen niet meer rond en ik moet uitklikken, maar dat lukt niet en ik val om en ik val zo in het ravijn. Moet ik in een peleton fietsen, dan zie ik in mijn dromen hoe mijn stuur haakt in het stuur van andere fiets en het hele peleton over mij heen valt...

Best heftig he? Je zou je kunnen afvragen waarom ik nog op de fiets stap. Doe ik zelf ook wel eens. Maar op de één of andere manier weet ik toch iedere keer mijn angsten te overwinnen. Stap ik toch op die fiets en rijd ik toch de Eyserbosweg op en ga ik zelfs met 50 km per uur de Cauberg af. Daar waar ik twee jaar geleden nog (echt waar) kotsend van angst bovenop stond, omdat ik echt niet naar beneden durfde. Ook ga ik dit jaar weer naar de Franse Alpen. En fiets ik rustig in mijn eentje naar de Utrechtse Heuvelrug en weer terug. En doe ik weer mee aan de Amstel Gold Race. Lijkt toch wel een beetje stoer!

Dit jaar heb ik mezelf dan ook maar één doel gesteld (naast Alpe d'Huez in 1 uur en 3 kwartier): relaxed fietsen! Geen stress en vantevoren net zo genieten als achteraf. Want dat is nou net de reden waarom ik toch iedere keer weer opstap: achteraf voel ik me wel een stoer wijf! In ieder geval tot de avond voor een nieuw tochtje. Endorfine spuit uit mijn oren na een tochtje en ik voel me trotser dan Marianne Vos na haar 86e wereldtitel. Maar wat zou het fijn zijn als ik toch ook van te voren zou kunnen genieten, dat ik van te voren ook weet dat ik heus niet word overreden door een vrachtwagen, mijn nek breek of een ravijn of kanaal infiets. Als het zover is, laat ik weten. Dan ben ik pas echt een stoer wijf!


donderdag 13 maart 2014

Liedjes

Gelukkig, het gaat weer de goede kant op. Langzaamaan komt de vorm terug, wordt de zadelpijn weer minder en worden de snelheden hoger. Uiteraard ook te danken aan het prachtige weer van de afgelopen week, zomaar 3x in één week kunnen fietsen is natuurlijk uitzonderlijk.

Dat het beter gaat merk ik niet alleen aan de PR'tjes op Strava, maar ook aan iets heel anders. Ik heb namelijk een soort tic. Als ik me goed voel op de fiets, ga ik zingen. Niet zomaar een liedje, maar als ik me goed voel, gebeurt er om me heen altijd wel iets waardoor er een bepaald liedje in mijn hoofd komt, wat de rest van de tocht dan als een soort mantra bij me blijft.
In mijn blog over de rit op de Col d'Izoard  beschreef ik al hoe ik me bedacht dat ik echt naar boven kroop, waardoor ik de rest van de martelgang Oceaan van Racoon in mijn hoofd had en bij genoeg adem ook hardop zong ('ik heb al zover moeten kruipen, het laatste stuk zal ook wel gaan'). Als ik dat nummer nu hoor, krijg ik nog steeds kippevel en acuut pijn in mijn benen.

Zo heb ik ook iets met 'hoe sterk is de eenzame fietser, die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, zichzelf een weg baant' (Jimmy van Boudewijn de Groot). Als ik het zwaar heb, probeer ik deze zin hardop zonder struikelen te zingen. Daar ben je dan wel weer even zoet mee en, als het goed is, het dode punt weer voorbij. Heb ik de wind in mijn rug, dan waag ik me aan Skik:
'a'k hier zo fietse en 't weijt nie slim, dan giet 't haost vanzölf
wie döt mij wat, wie döt mij wat, wie döt mij wat vandage, 'k heb de banden vol met wind
nee, ik heb ja niks te klagen'

Natuurlijk Coldplay met Clocks. Ken ik van begin tot einde van buiten, met dank aan de tijd dat ik nog amper 5 minuten op de loopband kon volhouden. Dan voel ik me zo sterk, terwijl ik dat zing op mijn racefiets, op één of andere mythische beklimming waarvan ik vroeger bij de gedachte alleen al buiten adem raakte. 'Ooooooh, nu doet het pijn, nu doet het pijn' van Van Dik Hout, hoef ik niet uit te leggen? Overigens zing ik dat niet zo vaak, niet omdat het geen pijn doet, maar juist omdat het pijn doet en ik dan niet in de stemming ben om te zingen.

Maar het gaat dus weer de goede kant op. Ik heb de afgelopen weken nieuwe liedjes aan mijn repertoire kunnen toevoegen, dus ik voelde me goed op de fiets. Zo was daar ineens zomaar 'Nobody here knocking at my door, The sound of silene....' van Armin van Buuren. Dat gebeurde toen ik in deze omgeving reed:


Precies, nobody here!

Maar ja, deze tic zorgde onlangs helaas ook voor een gênante situatie. De afgelopen weken stond er regelmatig een flinke wind. Dus soms heb je tegenwind, maar soms kan die wind je ook helpen. Een poging tot KOM op Strava op de Brug bij Schalwijk behoort dan zomaar tot de mogelijkheden. Mijn broer en fietsgenoot sprak de historische woorden: de wind is gunstig... En die woorden zorgen ervoor dat ik nu al weken met André Hazes' De Vlieger in mijn hoofd rondfiets. 'De wiiiiiind die is nu guuuuuuunstig, dus ik neem mijn vlieger mee....' En tja, als je dat dus hardop zingt, terwijl je op de racefiets door de weilanden rondom Houten fietst en je komt tegenliggers tegen, dan moet je niet verbaasd zijn als die je heeeel vreemd nakijken. Misschien maar niet meer hardop zingen, want ik vrees dat De Vlieger nog wel even als mantra bij me blijft.

vrijdag 28 februari 2014

Vormcrisis en blessureleed

Ja, ik weet het, het is pas februari. Vorig jaar lag er nog 10 cm sneeuw en had mijn fiets alleen via het ventilatierooster van de dakramen van de zolder buitenlucht gekregen. Nu heb ik er toch alweer een kilometertje of 250 in het echie op zitten. Er is nog tijd zat voor de eerste echte krachtmeting: 150 km Amstel Gold Race. Nog 9 weken te gaan om de laatste kerstkilootjes definitief te lozen en de conditie weer op peil te brengen. Maar: het gaat SLECHT!!! Op deze manier mag ik blij zijn als ik de beruchte Limburgse Bergen Zonder Naam al opkom, laat staan de Eyserbosweg, Cauberg en Keutenberg...

Twee weken geleden week ritje naar de Posbank. Super gezellig, maar ik ben echt drie keer afgestapt om te controleren of mijn remmen niet aanliepen (wat natuurlijk niet zo was). Alleen het eerste klimmetje zorgde voor positive energie, omdat ik het eindelijk eens voor elkaar kreeg een man in te halen (zijn excuus: 'ik vond het wel zo sportief om even op je te wachten'). Over alle andere klimmetjes kan ik alleen maar melden dat ik wel boven kwam... 


daar helemaal achteraan, daar kom ik aan...


Vorige week trainingsritje op de Lekdijk. Goh, gaat lekker dacht ik nog. Hartslag 135, 28 per uur, ik maak vorderingen dacht ik nog. Helaas, op de terugweg: zijwind, toch al niet mijn favoriete weersomstandigheid. Hartslag 177 en ik reed nog geen eens 20 per uur. Dramatisch toch? Begreep nu ook dat ik op de heenweg gewoon wind mee had.

En dan ook nog geblesseerd raken. In al mijn wijsheid had ik besloten een nieuw zadel te kopen, zodat ik minder last zou hebben van zadelpijn, wat toch best vervelend is. Helaas is dat nieuwe zadel niet echt een verbetering. Sterker nog: ik heb zitten janken op de fiets van de pijn aan mijn..... hele edele delen..... Leontien van Moorsel vergeleek haar zitvlak na een lange rit al eens met rosbief en ik moet zeggen dat ik heel goed begrijp wat ze bedoelt. Fietsen is best afzien soms, maar als je 25 kilometer lang het gevoel hebt of er een dozijn scheermesjes in je broek zit, gaat dat toch wat ver. Om nog maar te zwijgen van de ervaring op de wc na het fietsen. Als je het bloed uit je wielrenbroek moet spoelen na een tochtje draagt dat niet echt bij aan fietsplezier.

Waar gaat het mis? Heb ik te hoge verwachtingen? Zit ik in een lichamelijk dalletje? Train ik verkeerd? Of heb ik mijn max al bereikt? Zo ongeveer alle bekende bergen in Europa beklommen, nu met pensioen? Beter gaat het niet worden? Maar dat kan helemaal niet. Ik moet nog 150 km Limburgse heuvels bedwingen, de Alpe d'Huez binnen 1 uur en 3 kwartier. De top van de Croix de Fer fietsend bereiken. De Stelvio in een tijd waar je je niet voor hoeft te schamen...

Ik weet het niet. Gewoon doortrainen maar. Hopen op betere tijden. Hopen dat dat dalletje precies op het juiste moment komt, nu ik nog niks hoef te presteren. En een ander zadel?

maandag 6 januari 2014

IJdeltuit?


.
Over ijdele mannen op de fiets is al zoveel gezegd en geschreven. Google maar eens op 'etalageruit' en 'wielrenner': hits genoeg. Of lees Thijs Zonneveld: modepopjes. Ik heb ze echt gezien hoor in Italie, witte sokjes tot op de millimeter gelijk opgetrokken. En mij helpen bij mijn afgelopen ketting? Nee hoor, hun witte pakjes zouden eens vies worden. Of zouden ze me gewoon niet gezien hebben door hun flitsende, glimmende, spiegelende, dure zonnebrillen? Alle clichés zijn wat dat betreft waar.
Maar hoe zit het dan met vrouwen op de racefiets? Zijn die net zo ijdel? Iedereen kent wel Leontien en haar gelakte nagels natuurlijk. Volgens mij ging ze ook nooit zonder mascara en lippenstift de fiets op. Maar ik vind het nog steeds een dilemma. Hoe ver kun je gaan om er ook gesoigneerd uit te zien op de fiets?
Natuurlijk, benen scheren spreekt voor zich, daar hoeft een vrouw niet voor te fietsen. Maar mascara op? Met het gevaar dat je er na het fietsen uitziet als een pandabeer. Toch Leontien eens vragen hoe haar mascara bleef zitten tijdens een beklimming van de Alpe d'Huez...
Belangrijkste vraag is: hoeveel geld heb je er voor over om er een beetje knap bij te zitten op de fiets? Want daar heb je denk ik het verschil tussen mannen en vrouwen: mannen zijn bereid om al hun geld aan hun hobby te spenderen, maar voor vrouwen ligt dat toch anders: koop ik het zoveelste paar zwarte enkellaarsjes of ga ik voor die aerodynamische Sidi's? En wielrenkleding is duuuuuuuur!
Nou ben ik in het dagelijks leven best ijdel te noemen. In mijn kast geen Birckenstoks of Uggs. Wel heel veel zwarte jasjes en dus ook heel veel zwarte enkellaarsjes. Iedere dag föhn ik mijn haar en in principe ga ik zonder make up niet naar buiten. Dus ja, dan wil je er op de fiets ook een beetje leuk bij zitten. Ik fiets ook niet zo snel, dus je hebt ruim de tijd om naar me te kijken. In 2 jaar tijd heb ik een aardige collectie fietskleding bij elkaar verzameld: lange broek, korte broek, thermo shirt, topje. Handschoenen met korte vingers en lange vingers. Regenjack, overschoenen. Maar ja, dat is toch allemaal vooral héél praktisch. Oké, vooruit dan, dat tweede paar schoenen en die tweede helm zijn vooral voor de leuk aangeschaft. Maar daar gooide ik dan ook hoge ogen mee, in de bezemwagen van de Boogies Extreme...


Nu sta ik echter ernstig in tweestrijd. Afgelopen zaterdag waren we weer eens in een fietsenwinkel. Praktische dingen kopen: banden, sokken enzo. En natuurlijk even bij de kleding kijken. Hangt daar een prachtig zwart jack (voor op de fiets hè) van Assos. Het leek op leer, met zilverkleurige details. En hij was afgeprijsd: nog maar €160. Ik liet hem aan de mannen zien, die keihard moesten lachen: 'je bent Michael Jackson toch niet.' Maar ik vond hem móóóí. En hij zat ook nog eens fantastisch. En toen kwam de verkoopster er bij staan. 'Hij is gaaf, hè? Hij zit perfect op de fiets. Ik noem hem mijn Michael Jackson jasje. Je neemt hem toch wel hè?' Twijfel, twijfel, twijfel... €160 voor een fietsjack??? Heb ik hem nodig??? Nee, natuurlijk niet. Wie heeft er een fietsjas van €160 nodig? Maar ik mag toch ook wel ijdel zijn op de racefiets?

Ik heb hem niet gekocht. Een teleurgestelde verkoopster achterlatend, liep ik zonder Assos fietsjack de winkel uit. Maar nu slaap ik dus al 3 nachten slecht. Droom van mezelf: weerspiegeld in een etalageruit op mijn zwarte Giant, met het zwarte Assos jack aan. Ik word al een echte wielrenner...